CKM: Zorgelijk beeld van strafrechtelijke aanpak van criminele uitbuiting (deel 2)

CKM: Zorgelijk beeld van strafrechtelijke aanpak van criminele uitbuiting (deel 2)

De politie en het Openbaar Ministerie zijn onvoldoende toegerust op de aanpak van criminele uitbuiting en het beschermen van Nederlandse slachtoffers. Hoewel naar schatting duizenden slachtoffers worden gedwongen te stelen, drugs te runnen of geld wit te wassen, komen specialisten van de politie en het Openbaar Ministerie zelden met hen in contact.

Slachtoffers komen regelmatig in aanraking met agenten die nog onvoldoende kennis hebben van gedwongen criminaliteit, met als gevolg dat slachtoffers risico lopen om als verdachte behandeld te worden. Wanneer signalen wel bij de mensenhandelspecialisten terecht komen, leidt dit nauwelijks tot succesvolle opsporingen en vervolgingen. CKM-woordvoerder Shamir Ceuleers: ‘Investeren in het herkennen van criminele uitbuiting is cruciaal, maar op zichzelf genomen onvoldoende. Want hoe de strafrechtketen nu is ingericht, kunnen we van de politie en het OM niet verwachten dat meer signalen ook leiden tot meer succesvolle opsporingen en vervolgingen’. Het CKM adviseert minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid om de belemmeringen duurzaam weg te nemen.

Belemmeringen staan succesvolle opsporing in de weg
Herkennen van criminele uitbuiting is lastig. Onvoldoende kennis en expertise, sterke beeldvorming over slachtoffers, en het feit dat slachtoffers zichzelf niet herkennen belemmeren de identificatie, ook door de politie. De politie is ook onvoldoende toegerust om slachtoffers van criminele uitbuiting te herkennen. Dit heeft tot gevolg dat signalen en slachtoffers niet tot nauwelijks worden doorgeleid naar de speciale mensenhandelteams van de politie. Daarnaast is het verzamelen van sluitend bewijs een grote uitdaging, omdat slachtoffers nauwelijks bereid zijn om mee te werken aan onderzoek.

Over het onderzoek
Onderzoek is uitgevoerd door het CKM
Lees meer hier.